Een prachtige voorjaarsmiddag in april in Steenwijk. De zon schijnt, het waait lichtjes, 21 graden, terrasweer!
Ik wandel de Markt eens op, op zoek naar een leuk plekje. Natuurlijk ben ik niet de enige briljante geest die besloten heeft om een terrasje te pakken.
Brasserie Zus en Zo zit volgepakt, croissanterie La Fontaine idem dito. Overigens: had de eigenaar voorkennis van dat er fonteinen gingen komen op de Markt? Maar dit terzijde.
Ook Tennessee lijkt geen plaats meer te hebben. Uiteindelijk valt mijn oog op een tafeltje voor vier bij de Rechter waar slechts één wat oudere heer zit. Ik vraag hem of hij het goed vindt dat ik aan zijn tafeltje plaats neem.
Met een uitnodigend gebaar geeft hij aan -zonder wat te zeggen- dat dat oké is. Ik bestel, ondanks het vroege tijdstip, een pilsje.
Ook mijn tafelgenoot kan kennelijk de verleiding niet weerstaan en switched van de espresso naar een goudgele blonde. Zwijgend zitten we zo een tijdje naast elkaar te genieten van de lentezon.
Wat kan het centrum van Steenwijk toch levendig zijn, gekwetter als mussen van kinderen die met elkaar spelen, gerinkel van bestek en borden van lunchende mensen, er wordt veel gelachen, geroezemoes.
Dan draait er vanuit de Onnastraat een verlaagd Golfje de Markt op. Volgend jaar na de herinrichting van de Markt kan dat dus niet meer, denk ik nog.
Aan het bonkend geluid te horen dat uit zijn open ramen naar buiten schalt is de bestuurder dan wel slechthorend of van plan dit binnenkort te worden.
Om zeker te weten dat iedereen mee kan genieten van zijn uitstekende geluidsinstallatie rijdt hij stapvoets langs de Markt richting Molenstraat.
Wanneer het zwarte Golfje is aanbeland ter hoogte van het (helaas gesloten) Kermis en Circusmuseum vindt één van de terrasbezoekers het wel welletjes en besluit zijn onvrede te tonen door op te gaan staan en demonstratief zijn vingers in zijn beide oren te steken.
Een imposant gebaar natuurlijk, ware het niet dat de protestant al behoorlijk op leeftijd en broodmager is en gekleed gaat in een fluoriserend wielerkostuum, terwijl zijn licht corpulente vrouw -ook verpakt in een soortgelijke outfit- hem aan de arm weer in zijn stoel probeert te trekken.
De rijdende DJ is kennelijk ook niet erg onder de indruk en brengt zijn auto ter hoogte van het terras abrupt tot stilstand.
Alle terrasgangers hebben inmiddels hun aandacht van hun lunch en gespreksgenoten verlegd naar de ontstane crisissituatie.
Alleen het bonkend geluid gaat door terwijl ook de kinderen lustig doorkwetteren. Even houdt iedereen de adem in, hoe loopt dit af?
Het portier aan de bestuurderskant zwaait open en kunnen we allemaal horen dat de bonkende muziek niets anders is dan de wereldhit van George Baker, Una Paloma Blanca.
Tegelijkertijd wordt de muziek uitgezet en naar buiten komt een keurige geklede bebrilde jongeman die uit de achterbak een rollator pakt, zich naar de andere kant van de auto begeeft en een dame op hoge leeftijd met uitstappen helpt.
Samen lopen ze het terras op en nemen plaats aan een net vrijgekomen tafeltje. Langzamerhand neemt het geroezemoes weer toe, het wielerechtpaar is begonnen aan een copieuze lunch.
Ik kijk mijn tafelgenoot aan die stoïcijns voor zich uitkijkt en vraag hem wat hij er van vond. "Ach", zegt hij, "Ik heb Una Paloma Blanco eigenlijk nooit veel aan gevonden", en vervalt weer in zijn zwijgen.
Door: Henk Schepel