De Belgische professor Maurice Hoffmann bezocht de afgelopen dagen Nationaal Park Weerribben-Wieden. Hij brengt aan Europa advies uit over de vraag of het park het predicaat ‘Excellent Natuurbeheer’ mag behouden. Weerribben-Wieden is een van de 75 Europese gebieden met dat ‘keurmerk’, waaronder de Boschplaats op Terschelling en de Franse Camarque.
“Het meest Nederlandse stukje van Nederland”, zegt Hoffmann donderdag in het Buitencentrum van Staatsbosbeheer in Ossenzijl. Daar besluit hij zijn rondgang door het park. Hij bezocht onder meer het gebied rond Belt-Schutsloot en de faunapassage bij Muggenbeet. “Een uniek park, alleen al omdat dit het grootste laagveenmoeras van West-Europa is. Internationaal, maar zelfs in Nederland, is het nog onvoldoende bekend”, zegt Hoffmann over Weerribben-Wieden.
Het viel hem ook op dat de informatievoorziening in het gebied vooral op Nederlanders is gericht. Bordjes en panelen zijn vrijwel nergens in het Engels of Duits. Ook zouden Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer meer moeten uitdragen dat het park een Europees diploma heeft. Bea Claessens van Natuurmonumenten erkent dat. “Je kunt dit diploma vergelijken met een Michelin-ster. Het is mooi om te zien dat Hoffmann zo onder de indruk is van ons gebied. Zelf raak je daar soms een beetje blind voor. We moeten nog meer uitdragen hoe bijzonder Weerribben-Wieden is.”
Het nationaal park heeft sinds 1995 het predicaat ‘Excellent Natuurbeheer’. Vijf jaar geleden werd de erkenning verlengd, met daarbij de aantekening dat er een vastgesteld beheerplan Natura2000 moest komen. Dat is er sinds 2017. Ook kregen Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer enkele aanbevelingen mee, zoals het monitoren van het recreatieverkeer en meer aandacht voor educatie. Hoffmann moet nu beoordelen of dat voldoende is gebeurd. Ook zijn er weer nieuwe thema’s waarnaar hij kijkt, zegt de Belg. “Denk aan de invloed van Lelystad Airport op de rust in dit gebied, maar ook de aandacht die de beheerders aan de bestrijding van exoten geven.”
Hoffmann trof naar eigen zeggen ‘hele gedreven mensen’ aan en prijst de samenwerking tussen Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. “Hoffmann was ook onder de indruk van al dat werk dat in Weerribben en Wieden gebeurt. Deze natuur is ontstaan uit menselijk handelen en dat betekent dat je veel moet doen om dat landschap in stand te houden. Doe je niets, dan verdwijnt het. Ook wat dat betreft is dit Nationaal Park uniek in Europa”, zegt Hans van de Beek van Staatsbosbeheer.
Hoffmann zet de komende periode zijn bevindingen op papier, waarna begin 2019 in Straatsburg een besluit wordt genomen over verlenging van het diploma. Claessens: “Best spannend, want het is heel belangrijk dat we dit predicaat behouden. Daarmee tonen we aan dat we ons werk goed doen.”
