Knotwilgen langs de Beulakerweg kunnen weer drie jaar vooruit

Foto: Erik Driessen

Verkeersdeelnemers kan het niet ontgaan: de knotwilgen langs de Beulakerweg tussen de Blauwe Hand en Giethooorn zijn deze week geknot. Die behandeling krijgen ze eens in de drie jaar.

Albert Jan Settels van Natuurmonumenten start dinsdagochtend de trekker nog maar eens een keer. Met een paar bewegingen heft hij het plateau van zijn voertuig omhoog, zodat een van de vrijwilligers gewapend met een motorzaag zijn werk kan doen. Een paar seconden later vallen de eerste wilgentenen omlaag.
Het is een van de honderdvijftig knotwilgen langs de Beulakerweg die dinsdag en woensdag onder handen worden genomen. “Knotwilgen worden elke drie jaar geknot. Nieuw uitgelopen takken halen we dan weg”, vertelt Settels over de karakteristieke werkzaamheden die in deze periode van het jaar overal te zien zijn. Natuurmonumenten heeft in De Wieden bijvoorbeeld ongeveer twintig locaties waar knotwilgen groeien.

Die bomen maken al eeuwenlang onderdeel uit van het Hollandse landschap. Ze zijn bekend als markeerlijn of afscheiding van een perceel. De knotwilg uit onze streek werd voornamelijk als geriefhout gebruikt. Wilgentenen waren bruikbaar voor vlechtwerk in bijvoorbeeld manden en afzettingen.
Knotwilgen zijn aantrekkelijk voor insecten en vogels. Schapen, koeien, paarden en geiten eten bijvoorbeeld graag wilgentakken, terwijl vissen en waterdieren profiteren van de schaduw die de bomen geven. Deskundigen roemen daarom de ecologische waarde van knotwilgen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen