Positief jaar voor zwarte sterns en vogelkolonie in De Auken

jagende grote zilverreiger; hunting great egret
jagende grote zilverreiger; hunting great egret
Foto: Erik Driessen

Met de vogelkolonie in De Auken bij Steenwijk gaat het goed. Dat blijkt uit de vogeltellingen van een grote groep vrijwilligers die door Natuurmonumenten en SOVON worden begeleid. Ook positief is een lichte stijging van het aantal zwarte sterns. Niet met alle vogelsoorten in De Wieden gaat het echter even goed.

Omdat het ondoenlijk is om jaarlijks alle vogels in het hele gebied te tellen, is De Wieden opgedeeld in zes deelgebieden. Dit jaar is geteld in het gebied tussen Sint Jansklooster, Ronduite, ten westen van Belt-Schutsloot en Zwartsluis. Dit afwisselende landschap bestaat uit natte graslanden, rietland, moerasbos, vele kolkjes, drijftillen en dorpsranden.

Goed gaat daar het met de bosvogels. Boomkruiper, grote bonte specht, holenduif, koolmees,  tuinfluiter, zwarte kraai en grauwe gans zitten in de lift. Wellicht komt dit doordat het moerasbos ouder wordt en meer nestgelegenheid biedt voor ‘holenbroeders’. In dit deelgebied is een constante afname zichtbaar van fuut, houtsnip, meerkoet, sprinkhaanzanger, snor, de tafeleend en waterhoen. De reden is nog onduidelijk. Wel volgen sommige soorten de landelijke trend.

Naast de tellingen in het deelgebied, zijn er ook gebieden waar jaarlijks wordt geteld. Dat is bijvoorbeeld in de Barsbekerbinnenpolder en De Auken. Opmerkelijk in De Auken was het hoge aantal broedparen van de grote zilverreiger, maar liefst 29. Ook de purperreiger (118) en de lepelaar (191) waren goed vertegenwoordigd.

IJsvogels in De Wieden bleken daarentegen niet bestand tegen de steenkoude periode in maart. Er zijn maar drie broedparen geteld. Ook de aalscholver startte zeer ongelukkig. De eerste legsels bevroren en veel broedende vrouwtjes stierven op de nesten omdat de mannetjes geen voedsel konden aandragen.

Eén groep vrijwilligers richt zich uitsluitend op de zwarte sterns in De Wieden. Ze leggen in het voorjaar broedvlotjes uit en tellen in de maanden daarna het aantal broedparen. Dat waren er dit jaar 120, een lichte stijging ten opzichte van een jaar eerder (112). Vooral De Holken en het Giethoornsche Meer waren populair bij deze vogels.

Dit jaar werden naast de broedvogels ook bijzonder soorten waargenomen die kortstondig of voor langere tijd aanwezig waren. Naast koereiger, kwak, heilige ibis, flamingo, velduil, draaihals, zwartkopmeeuw en zwarte wouw werd ook de visarend, de zeearend en een paar slechtvalken waargenomen. Spectaculair was de waarneming van een rode wouw die een vis van een visarend wilde afpakken.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen