In 2012 startte stichting Op Kop op de Generaal van den Boschschool in Willemsoord met een plusklas, bedoeld om meer- en hoogbegaafde kinderen passend onderwijs te bieden.
Nu, acht jaar later, telt de stichting zeven bovenschoolse plusgroepen, verspreid over de gemeenten Steenwijkerland en Zwartewaterland. Binnenkort krijgen zij een gezamenlijke naam en logo. De feestelijke onthulling zal plaatsvinden op woensdagmiddag 12 december in Het Kulturhus te Giethoorn, waar het stafbureau van Stichting Op Kop is gevestigd.
Manon Hof-Steennis, een van de vijf leerkrachten en specialist (hoog)begaafdheid binnen Stichting Op Kop, legt uit: ‘Op alle scholen wordt gewerkt met het zogeheten SiDi3-protocol. Dit is een instrument, waarmee meer- en hoogbegaafde leerlingen kunnen worden gesignaleerd. Daarnaast wordt gekeken naar hoe het gaat met het kind in de klas, het beeld van de leerkracht en van de ouders. Er wordt onderzocht wat de onderwijsbehoeften van een leerling zijn. Indien nodig en mogelijk wordt het onderwijsaanbod binnen de eigen groep aangepast middels het compacten en verrijken van de leerstof’.
Extra uitdaging
Het vijftal, naast Manon Hof-Steennis zijn dat Willeke Mos, Mirjam Huizeling, Dorine Zwaneveld en Silvia van der Meer, ervaren dat dit voor een kleine groep leerlingen niet voldoende is. ‘Zij hebben extra begeleiding en/of uitdaging nodig om daadwerkelijk tot ontwikkeling te komen. Wie niet uitgedaagd wordt om zich te ontwikkelen, zal de drang om door te zetten op den duur verliezen. (Hoog)begaafde leerlingen hebben meestal niet genoeg aan de reguliere stof op school. Omdat ze weinig moeite hoeven te doen om de lesstof te begrijpen, is het lastig om een goede werkhouding te ontwikkelen. Zij ontwikkelen weinig of geen leer- of studievaardigheden, die zij in het VO juist zo nodig hebben om hun talenten verder te ontwikkelen’.
Het kan in het uiterste geval zelfs een omgekeerd effect hebben, realiseren de vijf specialisten zich: ‘Doordat deze leerlingen minder gemotiveerd kunnen raken of er te gemakkelijk over gaan denken, kunnen zij zelfs onder het niveau van de groep gaan presteren (onderpresteren) en/of gedragsproblemen gaan vertonen. Voor deze leerlingen biedt deelname aan een plusgroep net dat stukje extra, waar in een reguliere groep vaak geen ruimte voor is’. Manon Hof-Steennis: ‘Het leerstofaanbod moet zo zijn dat de leerling voldoende wordt uitgedaagd om te kúnnen leren en te léren leren. Deze kinderen komen één keer per week samen in de plusgroep’.
Alle plusgroepen van Stichting Op Kop werken vanuit de ‘Doelen en Vaardigheden voor Ontwikkeling van het SLO’. Hiermee wordt gewerkt aan doelen op het gebied van: Creatief denken, Kritisch denken, Analytisch denken, ICT-vaardigheden, Denken over denken, Samen leren, Motivatie, Zelfsturing, Zelfinzicht en Communiceren. Tevens krijgen kinderen in de plusgroep instructie op verrijkende en/of verdiepende lesstof, zodat zij hier in hun reguliere groep zelfstandig aan verder kunnen werken. Ouders worden, net als in de reguliere groepen, betrokken bij wat hun kind in de plusgroep leert.
